Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 16
1
De rechterlijke ambtenaren die zijn aangesteld of aangewezen voor het vervullen van een volledige of gedeeltelijke taak, en de rechterlijke ambtenaren in opleiding hebben, overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de burgerlijke rijksambtenaren, aanspraak op een vakantie-uitkering, een ziektekostenvergoeding, een vergoeding van reis- en verblijfkosten en een vergoeding van verplaatsingskosten.
2
Bovendien genieten zij een uitkering ter zake van veeljarige dienst op de tijdstippen en tot de bedragen die gelden voor de burgerlijke rijksambtenaren. Bij de bepaling van de diensttijd wordt rekening gehouden met tijd in overheidsdienst doorgebracht, overeenkomstig de bepalingen die gelden voor de burgerlijke rijksambtenaren.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AB2258, Hoger beroep, 99/3213 AW
Rechtsoort
Ambtenarenrecht
Datum uitspraak
05-04-2001
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van BeroepDe Raad acht de uitleg van het in art. 11.1 Verplaatsingskostenregeling gehanteerde begrip "kosten van het openbaar vervoer naar de laagste klasse" als "kosten van openbaar vervoer naar de laagste klasse volgens de gebruikelijke reisroute" niet onaanvaardbaar. Aan eiser, destijds wonende te X, is medegedeeld...